Main Article Content
Allicht en wellicht in Belgisch- en Nederlands-Nederlands
Abstract
Dit artikel onderzoekt het gebruik van de modale bijwoorden allicht en wellicht, die in Belgisch-Nederlands anders gebruikt worden dan in Nederlands-Nederlands. Eerst wordt bezien wat het Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) (de Vries, te Winkel et al., 1882–2001) en het Groot woordenboek der Nederlandse taal (Van Dale, 1914 en later) over beide woorden melden; bovendien wordt nagegaan hoe allicht en wellicht gebruikt worden in de metataal van die twee lexicale standaardwerken. De inventarisatie geeft een disparate beschrijving van die woorden te zien. Vervolgens wordt getracht te bepalen welke kans op de schaal van waarschijnlijkheid aangeduid wordt met allicht en wellicht in Belgisch- en Nederlands-Nederlands. Het resultaat van de poging wordt daarna besproken in het licht van een kleine enquête over de interpretatie van allicht en wellicht in gesproken Nederlands. Tot slot volgen de conclusies.
This article examines the use of the modal adverbs allicht ‘most probably, of course, at least' and wellicht ‘perhaps, possibly'. Their use in Belgian Dutch differs from the Dutch spoken in the Netherlands. The article then investigates what two leading lexical works, namely the Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) (de Vries, te Winkel et al., 1882–2001) and the Groot woordenboek der Nederlandse taal (Van Dale, 1914 and later), write about both words, and how allicht and wellicht are used in the metalanguage of these lexical works. The inventory shows a disparate description of allicht and wellicht. In the section which follows we try to determine which degree of probability is indicated by means of allicht and wellicht in Belgian and Netherlandic Dutch and to contrast these results with the results of a small survey on the interpretation of allicht and wellicht in spoken Dutch. The main conclusions are then presented.
Southern African Linguistics and Applied Language Studies 2007, 25(3): 333–350
This article examines the use of the modal adverbs allicht ‘most probably, of course, at least' and wellicht ‘perhaps, possibly'. Their use in Belgian Dutch differs from the Dutch spoken in the Netherlands. The article then investigates what two leading lexical works, namely the Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) (de Vries, te Winkel et al., 1882–2001) and the Groot woordenboek der Nederlandse taal (Van Dale, 1914 and later), write about both words, and how allicht and wellicht are used in the metalanguage of these lexical works. The inventory shows a disparate description of allicht and wellicht. In the section which follows we try to determine which degree of probability is indicated by means of allicht and wellicht in Belgian and Netherlandic Dutch and to contrast these results with the results of a small survey on the interpretation of allicht and wellicht in spoken Dutch. The main conclusions are then presented.
Southern African Linguistics and Applied Language Studies 2007, 25(3): 333–350